|
|
|
|
De veranderingen in de puberteit worden veroorzaakt door hormonen. Bij meiden is met name oestrogeen (estradiol) het hormoon dat voor veranderingen zorgt. Oestrogeen is een chemische stof die door klieren in het bloed worden afgescheiden. Via het bloed komen de hormonen in het hele lichaam terecht, waar zij voor veranderingen zorgen. De werking van de hormonen zorgt ervoor dat je dochter zowel in de lengte als in de breedte (heupen) groeit. Zowel bij jongens als bij meiden komt een groeispurt voor, al is die bij jongens wat heftiger. Meiden zijn voor het begin van de puberteit gemiddeld 1 centimeter langer dan jongens. Rond hun 17e zijn meiden gemiddeld 13 centimeter kleiner dan jongens.
Eerste menstruatie Na de groeispurt, de vorming van borsten en de komst van schaamhaar begint de menstruatie. In de meeste gevallen begint deze voor het 15e jaar, maar afwijkingen naar boven en naar beneden zijn normaal. Er zijn meisjes die op de basisschool al menstrueren en er zijn meiden die pas op hun 17e hun eerste menstruatie hebben.
Geestelijke veranderingen Een duidelijk kenmerk van deze persoonlijkheidsvorming is onzekerheid. Die wordt nog eens gevoed door alle lichamelijke veranderingen. Veel pubers zijn in de puberteit onzeker over zichzelf en hun uiterlijk. (Meer over de fixatie op hun uiterlijk bij pubermeiden lees je hier.) Tegelijkertijd is de puberteit ook het moment waarop pubers groot en zelfstandig willen zijn. Dit wil nog weleens botsen met de ouders. Meer daarover lees je in het hoofdstuk Conflicten. Alle lichamelijke en geestelijke veranderingen leiden ook tot een grotere (soms zelfs obsessieve) belangstelling voor seksualiteit. Meer daarover lees je in het hoofdstuk Liefde & Seks.
|
|